624 25 AUGUSTUS 1925. de verpachting zelfs van dien aard geweest, dat men over weegt, of het nog wel de moeite loont kermis te houden. Ook in Nijmegen is de uitslag onbevredigend. De VOORZITTER: In Breda is zulks toch niet het geval. De heer HAALMAN Dat kan wel zijn, maar ik geloof niet, dat wij het standpunt van Burgemeester en Wethouders moeten overnemen. Het geldt hier een aanbod voor drie jarendat moet men wel bedenkenIk vrees, dat, wanneer wij daarop thans niet ingaan, wij in volgende jaren geen f 2750.meer voor een zoodanige standplaats zullen kun nen krijgen. De VOORZITTER: U is wel zeer „kaufmannisch" De heer HAALMANDe feiten vallen nu eenmaal niet te loochenen. Ik geloof, dat wij, gezien de resultaten in het geheele land verkregen, zeer gevaarlijk spel zouden spelen met dit aanbod af te wijzen. Ik sluit mij dan ook aan bij het voorstel van' den heer C e r u 11 i. Ook moet men niet vergeten, dat adressant ingezetene dezer gemeente is. De VOORZITTER: Dat is in dit geval een voordeel voor hem. Men moet het dan ook eerder betreuren, dat hij in gemeenten, waar hij niet woont, zooveel meer betaalt. De heer VAN WERKHOOVENMen moet ook niet uit het oog verliezen, dat hij veel lichtverbruik heeft. Het vorig jaar heeft hij 700 a 800 gulden daarvoor betaald. De VOORZITTER: Hoe weet U dat zoo precies? De heer VAN WERKHOOVEN: Een briefje met die cijfers is op mijn schrijftafel komen waaien. De heer MOLL merkt op, dat Burgemeester en Wet-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 624