636 25 AUGUSTUS 1925. zich echter zoo toegedragen als zooeven door hem is mede gedeeld, dan zou Spr. willen vragen, welke motieven ertoe geleid hebben om een zoo sympathiek, spontaan gedaan voorstel af te wijzen, een voorstel, dat z. i. kans had zeer groote baten af te werpen. De heer PELSTER zegt, dat noch aan hem, die in die dagen den Burgemeester verving, noch aan Burgemeester en Wethouders een zoodanige aanvraag is gedaan. De heer VAN WERKHOOVENHoe kan de Commis saris van Politie dan verwijzen naar den Officier van Justitie. De VOORZITTER: Burgemeester en Wethouders heb ben daar niets mede te maken. De heer VAN WERKHOOVENDe stafmuziek had zich toch tot Burgemeester en Wethouders gewend. De VOORZITTER zegt, dat het College daarvan niets bekend is. De heer VAN WERKHOOVENU ontkent dus perti nent, dat zij zich tot Burgemeester en Wethouders heeft gewend De heer PELSTER: Ja. Wel heb ik van den Commissaris van Politie vernomen, dat een dergelijk verzoek bij hem ge daan werd, maar inmiddels reeds was ingetrokken. 2. De heer HORNIX brengt in herinnering, dat al eeni- gen tijd geleden verlaging van den electriciteitsprijs in uit zicht is gesteld. Tot dusver heeft evenwel nog niets van dien aard plaats gehad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 636