29 SEPTEMBER 1925. 669 wij nu het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan, dan gaan wij stilzwijgend van de veronderstelling uit, dat die exploitatie winst zal opleveren. Spr. kan daarom zijn stem aan dit voorstel niet geven. Hij wil de belastingschul digen in de toekomst niet zwaarder gaan belasten ten einde de tegenwoordige belastingbetalers te verlichten. De heer PELSTER zegt, dat dit voorstel niets bijzonders beoogt; het berust op een vroeger raadsbesluit. De opvatting van den heer Appelboom, dat rente en aflossing uit de gewone middelen behooren te worden voldaan, is niet juist. Zij moeten komen uit de opbrengst van den verkoop der gronden. Dit moet thans geregeld worden, want later kan het niet meer. Zouden wij op denzelfden voet doorgaan, dan zou dit geslacht de schulden betalen en het nageslacht zou alleen baten hebben te incasseeren. Er is thans reeds ongeveer 1 1/2 ton uit den gewonen dienst betaald; Spr. acht het niet juist daarmede door te gaan. De heer APPELBOOMU verwacht een winstgevende exploitatie, maar ik niet. Daarom ben ik tegen dit voorstel. Als wij niet genoeg voor de gronden krijgen, dan zullen in de toekomst de belastingschuldigen dat verlies moeten betalen. Het komt mij derhalve beter voor, het verlies over een aantal jaren te verdeelen. Het gaat hierbij slechts om de kwestie, of de exploitatie winst of verlies zal opleveren. De heer ZIJLMANS zegt, dat hij aanvankelijk het zelfde standpunt had ingenomen als de heer Appelboom. De redactie van het voorstel, welke niet duidelijk is, heeft daaraan schuld; zij heeft hem op een dwaalspoor gebracht. Vandaar zijn zooeven gestelde vragen. Deze zijn evenwel door den heer P e 1 s t e r op bevredigende wijze beantwoord. Alsnu wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 669