67ó 29 SEPTEMBER 1925. „Om hiertoe te geraken, hebben wij een aanvrage gericht „tot de Pensioenfondsen voor Burgerlijke en Koloniale Amb tenaren, de Rijkspostspaarbank, de Rijksverzekeringsbank, „het Algemeen Mijnwerkersfonds, de Bank voor Neder- „landsche Gemeenten en een tweetal groote verzekerings- „maatschappijen. „Van drie dezer n. 1. den Pensioenraad, het Pensioenfonds „voor Koloniale Ambtenaren en de Rijkspostspaarbank mochten „wij een aanbieding ontvangen. De overigen deelden mede, „dat zij geen offerte konden doen. „De Pensioenraad en de Rijkspostspaarbank kunnen het „geheele bedrag verstrekken, beiden tegen 5 °/0 rente 's jaars „en a pari. Evenwel stellen de voorwaarden der Rijkspost spaarbank de mogelijkheid tot vervroegde aflossing op ieder „tijdstip open, zonder extra rentevergoeding. Aan den Pen sioenraad zou bij vervroegde aflossing binnen 5 jaar 1 °/o „van de buitengewone aflossing moeten worden betaald. „Het Pensioenfonds voor de Koloniale Ambtenaren heeft „slechts f 640.000.beschikbaar tegen den parikoers en een „rente van 4 7/8 °/o 's jaars. Wel is deze rente iets lager dan „gevraagd wordt door de Rijkspostspaarbank, maar hier- „tegenover staat, dat evenals bij den Pensioenraad bij extra „aflossing binnen 5 jaar 1 °/0 van het meerdere moet worden „betaald. „Tegenover het kleine rentevoordeel van f 800. - (in het „eerste jaar) staat het niet te onderschatten nadeel, dat de „gemeente zich feitelijk voor 5 jaar aan het percentage van -.4 7/8 °/o bindt, welk nadeel naar onze meening grooter is „dan het kleine rente-voordeel. „Resumeerende wil het ons dan ook voorkomen, dat het „aanbod van de Rijkspostspaarbank het voordeeligst is en „derhalve zou kunnen worden aanvaard, ook omdat zeer „waarschijnlijk bij een plaatsing als obligatieleening geen „voordeeliger voorwaarden te bedingen zullen zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 676