682
29 SEPTEMBER 1925.
Er worden ingeleverd 16 stembiljetten, waaruit blijkt, dat
zijn uitgebrachtop den heer Van Groenendael 12,
op den heer Korteweg 8, op den heer Z ij 1 m a n s 4,
op den heer Bogmans 3, op de heeren Appelboom
en C e r u 11 i ieder 2 stemmen en op den heer H o r n i x
1 stem.
Zoodat de heer N. J. H. van Groenendael
is benoemd tot lid van de commissie voor het Nij
verheidsonderwijs, terwijl ter voorziening in de
tweede vacature een nieuwe vrije stemming behoort
plaats te hebben.
Bij deze tweede vrije stemming worden ingeleverd 16
stembiljetten, waaruit blijkt, dat zijn' uitgebracht: op den
heer Korteweg 8, op den heer Bogmans 5 en op
den heer Z ij 1 m a n s 3 stemmen.
Zoodat een herstemming moet plaats hebben
tusschen de heeren Korteweg en Bogmans.
De uitslag van deze herstemming is, dat van de 14 uit
gebrachte stemmen er 7 zijn uitgebracht op den heer Kor
teweg en een gelijk aantal op den heer Bogmans.
De heeren Korteweg en Bogmans hebben zich bij
deze herstemming van medestemmen onthouden.
Op grond van het feit, dat de stemmen hebben gestaakt,
moet ingevolge art. 51 der Gemeentewet het lot beslissen.
Daartoe worden op aanwijzing van den Voorzitter
twee briefjes, elk den naam van een der beide candidaten
bevattende, in de bus gedaan en dooreengemengd, waarna
door den heer K r o o n e één briefje uit de bus wordt ge
haald, hetwelk bij opening den naam blijkt te bevatten van
den heer Bogmans.