684
29 SEPTEMBER 1925.
„ingang van dien datum is ontslagen, hebben wij de eer U
„voor te stellen aan het personeel, te weten conducteurs,
„controleurs en wegpersoneel een geldelijke uitkeering toe
„te kennen van 70°/o van het weekloon gedurende 10 achter-
„eenvolgende weken.
„Dit aantal weken is gebaseerd op een gemiddelden
„diensttijd van 5 jaren voor ieder en een uitkeering van 2
„weken loon voor ieder jaar.
„Het ligt in de bedoeling die uitkeering behoudens bij
zondere omstandigheden, wekelijks te doen plaats hebben.
„De totale kosten zullen bedragen f 265.30 per week, of
„in het geheel f 2653.
„De meeningen van twee leden der Tramcommissie zijn
„ons kenbaar gemaakt in het hierbijgevoegde bericht."
De heer BOGMANS zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter.
Toen ik mijn voorstel bij den Raad indiende, was mij
nog niets bekend, hoe het voorstel van Burgemeester en
Wethouders zou luiden. Maar wel vreesde ik, dat het voor
stel mij niet bevredigen zou. Nu mij dan ook dit voorstel
wel bekend is, moet ik U zeggen, dat dit mij niet alleen
niet bevredigt, maar dat het mij een buitengewone teleur
stelling brengt.
Wanneer wij nagaan het voorstel van Burgemeester en
Wethouders uitgegaan, in zake de pensionneering en het op
wachtgeld stellen van het overcompleet gekomen personeel
der Gasfabriek, dan begrijp ik niet goed de houding van
Burgemeester en Wethouders, die thans door hen wordt
aangenomen ten opzichte van ons trampersoneel. Ik vraag
mij af: waarom dit groote verschil? Het antwoord, dat ik
waarschijnlijk van U hierop zal krijgen, kan ik mij eenigszins
indenken Dat ik moet zien naar den aard van het bedrijf,
waarmede wij hier te doen hebben, n. 1, met een tijdelijk