686 29 SEPTEMBER 1925. gedaan is voor het personeel der Gasfabriek, dan zal ik gaarne mijn stem daaraan geven. Doch, Mijnheer de Voor zitter, omdat ik, zooals ik in den aanvang van mijn betoog zeide, vreesde en nu gezien heb dat door Burgemees ter en Wethouders eenzelfde regeling niet zou worden voor gesteld en mogelijk in den Raad ook geen meerderheid zou gevonden worden om een zelfde regeling te treffen, daarom heb ik zelf een veel goedkooper voorstel bij den Raad in gediend. Ik zou vooraf nog dit willen zeggenwanneer mijn voor stel zou worden aangenomen, zal ik daarmede geen dank van het personeel inoogsten. Want ook mijn voorstel zal het personeel niet geheel bevredigen; zij toch hebben ge rekend, dat ik minstens een voorstel zou doen om voor hen te verkrijgen een minimum van 70°/° van het weekloon gedurende dertig weken. Ik zelf heb echter gemeend een nog goedkooper voorstel dan door het personeel in minimum gedacht is te moeten indienen om het daardoor voor den Raad nog meer aannemelijk te maken. Het is daarom, dat mijn voorstel thans luidt; Om het personeel een wachtgeld toe te kennen gedurende dertig weken, de eerste vijftien weken tot een bedrag van 70% van hun loon, daarbij het loon der conducteurs op f 30.per week te rekenen, omdat wij nooit anders hun loon berekend hebben dan met inbegrip van fooien, dus f 25.f 5 fooien, en de tweede vijftien weken 50% van hun loon; hier ook bedoeld, wat de conducteurs betreft, tegen f 30. per week. Ook heb ik hierbij rekening gehouden met de veronderstelling, dat de lijnwerker Jac. Boeren, die reeds is ondergebracht bij den dienst van Openbare Werken, wel in gemeentedienst zal kunnen blijven. Dan, Mijne Heeren, komt als vanzelf de vraag naar voren wat kost mijn voorstel? Dit is spoedig en juist te berekenen. Er zijn twee controleurs, die een loon genieten van f 40.— per week; 70% van dit loon is f 28.per week, dus twee-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 686