68 5 FEBRUARI 1925. zullen wordendoch, wanneer Breda alles kan bemachtigen, wat nu wordt voorgesteld, dan zal de prijs beslist niet boven den tegenwoordigen gaan en kunnen wij althans jaren vooruit. De VOORZITTER wenscht, met betrekking tot de samenwerking, niet de gedachte te doen post vatten, dat het onzerzijds daartoe aan goeden wil ontbreekt. Om dit aan te toonen herinnert Spr. aan den aandrang vóór jaren dezer zijds uitgeoefend om Princenhage van drinkwater te kunnen voorzien. De deur bleef dichthet eenige, dat wij brachten, was hulp in een tankwagen bij overmatig warm weer. Elec- triciteit, water in andere gebieden, gas, distributie getuigen van coulante samenwerking dezerzijds. Men ziet hetvan onze zijde ontbreekt het niet aan den wil tot samenwerking, al doet de volgende uitlating van Spr.'s collega van Prin cenhage, in een openbare vergadering op 6 October j.l. te Princenhage gedaan, niet bemoedigend aan. Deze zeide n.l. „Zoolang ik het voorrecht zal hebben aan het hoofd dezer gemeente te staan, zal ik nooit een gemeenschappelijke actie met Breda beginnenEn de vergadering applaudisseerde nog wel toen de Burgemeester dit zeide. Spr. gelooft wel, dat er weieens tijden zijn geweest, dat de wil tot samenwerking van de zijde van Breda niet zoo groot was. Over de kwestie van het maken van een raming, wil Spr. nog dit zeggen. Het beste bewijs, dat het maken van cal culaties in deze zoo uiterst moeilijk is, is wel gelegen in het feit, dat de gemeente Teteringen nimmer met een be cijfering voor den dag is gekomen om haar bewering te staven, dat de voorgestelde grenswijziging haar de bestaans mogelijkheid zou ontnemen. En dat, terwijl het voor Tete ringen lang niet zoo moeilijk is een calculatie te maken als voor ons, die niet weten over welke inkomsten wij later misschien zullen hebben te beschikken. Voorts zegt Spr., dat ook de meeting in het Mastbosch niet in een vriendelijk teeken stond. Er is daar o.a. gezegd „Laten de drie gemeenten bij elkaar komen en het nachthok

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 68