8 OCTOBER 1925. 719 De VOORZITTER: Dan is U een gevaarlijk persoon De heer HORNIX zegt, dat men moet bedenken, dat men door die gelden terug te vorderen, de betrokken onder- wijs-inrichtingen in groote lasten brengt; het is zelfs niet denkbeeldig, dat de Nutsscholen dientengevolge zouden op doeken. En dan zal de gemeente voor nieuwe scholen moeten zorgen, hetgeen nog kostbaarder zal zijn. Spr. blijft in deze op zijn eertijds ingenomen standpunt staan. Wat de nog loopende aanvragen betreft, vindt Spr. het voorbarig daarvan reeds thans te gewagendit is tijd genoeg, wanneer zij in behandeling komen. De heer CERUTTI heeft indertijd de poging van Burge meester en Wethouders gesteund om in deze een uitspraak van de Kroon te verkrijgen. Die poging is toen evenwel niet gelukt. Later is een uitspraak van ons hoogste rechts college gekomen, welke voor de schoolbesturen ongunstig was. Spr. vraagt zich nu af, of, indien de zaak zich eens andersom had toegedragen en de schoolbesturen waren in het gelijk gesteld, deze dan niet al het mogelijke in het werk zouden hebben gesteld om alsnog uitbetaling van die gelden te verkrijgen. Wis en zeker immers. Welnu, dan is het ook niet meer dan billijk, dat de gemeente die gelden thans terugvordert. Spr. zal daarom voor het voorstel van den heer Speyart van W o e r d e n stemmen. De VOORZITTER zal niet in den breede in een terug blik treden; over deze zaak is door hem bij herhaling een uitvoerige uiteenzetting gegeven en hij heeft al het mogelijke gedaan om deze onverplichte uitgaaf van tienduizenden te voorkomen. Er zijn echter een paar punten genoemd, welke Spr. niet kan laten passeeren. Hem heeft de zwakte der argumenten getroffen, waarvan de tegenstanders van het voorstel-S p e y a r t zich bedienenmen tracht n. 1. langs zijwegen zijn doel te bereiken. Eerst had de ambtenaar of

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 719