8 OCTOBER 1925.
721
een 6-klassige school. De heer Korteweg wees daarbij
op het kostbare van deze aanvraag en tevens op het feit,
dat er van de 184 leerlingen der jongensschool 95 buiten
de gemeente woonden. Het antwoord van het schoolbestuur
kwam eerst op 8 Augustus 1922; daarbij werd een gewijzigd
plan aangeboden, waarvan de kosten berekend werden op
f 45000, Burgemeester en Wethouders hebben daarop
reeds 21 Augustus d. a. v. geantwoord, er op wijzende, dat
in de berekening ten onrechte de onderhoudskosten waren
opgenomen. Dit schrijven is den 15den September 1922
beantwoord; de onderhoudsposten waren er uit verdwenen,
waardoor de kosten tot op f 33000,werden verlaagd. In
dien brief werd er voor het eerst op gewezen, dat met de
verbouwing een gemeentebelang gepaard ging, n. 1. het ver
vallen van de boventallige leerkrachten. Men had hierin
wel spoedig en zonder hooge kosten anders kunnen voorzien
als dit voorop stond. Burgemeester en Wethouders zijn
daarop met den Directeur van Openbare Werken in overleg
getreden, hetgeen heeft geleid tot hun schrijven van 27
November 1922, waarbij eenige bemerkingen werden gemaakt
op de door het schoolbestuur ingezonden gewijzigde be
grooting. Die missive is eerst op 24 April 1923 beantwoord
het eindtotaal der kosten was toen op f 28458,61 gekomen.
Bij schrijven van 17 Mei d. a. v. zijn door Burgemeester en
Wethouders enkele opmerkingen gemaakt, waarop den 25sten
door het schoolbestuur is geantwoord. Den llden Juni 1923
is het bestuur medegedeeld, dat tegen de voorgenomen ver
bouwing geen bezwaar bestondde som was gedaald tot
f 18352,— het werk werd openbaar aanbesteed. Den 12den
Juli 1923 is de gunning goedgekeurd, in antwoord op een
desbetreffend schrijven van 7 Juli, en op 23 Juli d. a. v. is
de bouwvergunning verleend. Het slot van het lied is dus
geweest, dat de kosten der verbouwing van f 88000,op
f 18000,zijn teruggebracht! Men kan hieruit zien, dat
er nooit sprake is geweest van een opzet eener verbouwing
enkel of vooral met het doel om de surplus-leerkrachten te