72 5 FEBRUARI 1925. van den Voorzitter in een interview, opgenomen in de Bre- dasche courant, heeft gezegd, dat de Bredasche winkeliers schandelijke afzetters waren. Tegen deze uitlating moet Spr. ten sterkste protesteeren. Men heeft den arbeiders en den middenstanders echter verzuimd te vertellen, dat er na an nexatie heel wat sociale maatregelen zullen kunnen worden genomen, welke thans niet getroffen kunnen worden. De VOORZITTER wil er op wijzen, dat de schadeloos stelling naar billijkheid wordt berekend. Wanneer de heer Zijlmans beweert, dat de belasting verhoogd zal moeten worden, dan is dat op niets gefundeerd. Spr. verwijst den heer Zijl mans naar onze nota van 1922 en zegt te geloo- ven, dat de twee tegen het voorstel strijdende gemeenten niet zouden protesteeren, wanneer alleen buurten als Mark singel en Duitenhuis bij Breda zouden komen. Er moet echter een goede verhouding bestaan ten aanzien van de uitbreiding en Burgemeester en Wethouders zijn van gevoelen, dat, zooals thans de uitbreiding is voorgesteld, het belasting- vraagstuk geen zorg behoeft te baren, doch de bedoelde verhouding in woongelegenheid voor minder en beter gesi tueerden niet moet worden aangetast. Spr. sluit alsnu de discussie over deze aangelegenheid en stelt namens Burgemeester en Wethouders voor, Gedepu teerde Staten te berichten, dat de Raad met het wetsontwerp accoord gaat. Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten. De heer ZIJLMANS wenscht aanteekening in de notulen, dat hij tegen de voorgestelde grenswijziging is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 72