730 8 OCTOBER 1925. „c. q. herstellingen moeten plaats vinden. De kosten worden „verhaald op het kleedinggeld. „Jaarlijks wordt b. v. omstreeks de maand Februari, nadat „de rekeningen geverifieerd zijn en het saldo te goed f50, „te boven gaat, dit aan hen, die daarvoor in aanmerking „komen, uitgekeerd. „De ambtenaar kan, door zijn kleeding behoorlijk te on derhouden, het hem uit te keeren bedrag verhoogen. „In de tweede plaats kan tot afschaffing worden overge daan van de toelage voor het bezit van het diploma, af gegeven door den Bond van Inspecteurs van Gemeentelijke „Politie in Nederland voor wat de Inspecteurs c. q. de ad- „junct-inspecteurs betreft en de toelage voor het bezit van „het diploma van den Algemeenen Nederlandschen Politie- „bond en den Nederlandschen R. K. Politiebond „St. Mi- „chael" voor wat de hoofdagenten en agenten betreft, te „laten vervallen ten aanzien van in de toekomst aan te „stellen personeel. „De omstandigheden hebben zich zoo ontwikkeld, dat in „de toekomst bezit van een zoodanig diploma of verkrijging „ervan in het proefjaar over het algemeen als benoemings- „eisch zal kunnen worden gesteld. Behoudt men de toelage „voor hen, die haar verkregen hebben en onthoudt men „haar niet aan hen, die zich in afwachting daarvan, bereids „voor het examen bekwaamden, doch nog niet in de gele genheid waren zich eraan te onderwerpen, dan zal een „bepaling in de verordening zijn op te nemen, die de toelage „slechts verzekert aan hen, die haar hebben ontvangen en „aan hen, die op 1 April 1925 in dienst waren en vóór 1 „Januari 1927 het diploma alsnog hebben erlangd. „De bepaling betreffende vacantietoeslagen, welke door „het raadsbesluit van 28 December 1923 geen toepassing „meer vindt, kan vervallen. „Ten slotte kan zonder verhooging van lasten aan een „wensch van de adjunct-inspecteurs worden voldaan door „een wijziging van de verordening, waardoor de titel van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 730