8 OCTOBER 1925. 733 „kleeding kosteloos van gemeentewege zijn te verstrekken, ten „einde den financieelen last van den eersten tijd te verlichten. „Voorts ware jaarlijks niet het saldo te goed, dat f 50. „te boven gaat, uit te keeren (zie toelichting tot dezerzijdsch „voorstel), doch als regel het geheele saldo, waartegenover „den Burgemeester de bevoegdheid zou zijn te verleenen bij „achterstand het ontbrekende op de bezoldiging te korten. „Bij ons College bestaat in overeenstemming met den „Voorzitter geen bezwaar de regeling in dier voege te „wijzigen, weshalve wij een wijziging brengen in het voor gestelde 3e lid van art. 4 en daaraan twee bepalingen „toevoegen. „Art. 4 zal dan in zijn geheel luiden als volgt: „De inspecteurs, de hoofdagenten en agenten genieten „jaarlijks een kleedingtoelage, welke bedraagt voor de in specteurs f 150. voor de hoofdagenten f 125.en voor „de agenten f 100. „In uniform dienst doende dragen zij geen andere boven- „kleedingstukken, wapenen en verdere uitrusting dan volgens „de door Burgemeester en Wethouders vastgestelde modellen. „De wapenen en verdere uitrusting blijven eigendom van „de gemeente. Bij het verlaten van den dienst blijft de „uniformkleeding ter beschikking van de gemeente, zoolang „de door den betrokken ambtenaar of beambte gemaakte „kleedingschuld niet geheel is voldaan. „De uniformkleeding wordt van gemeentewege verstrekt „naar eene door Burgemeester en Wethouders vastgestelde „regeling en vervaardigd door een daartoe door Burgemeester „en Wethouders aan te wijzen leverancier, aan wien tevens „wordt opgedragen eventueele veranderingen of reparaties „aan te brengen. „Bij aanstelling wordt een stel bovenkleeding kosteloos „van gemeentewege verstrekt, welk stel ter beschikking der „gemeente komt ingeval de drager niet meer dan een jaar „in dienst der gemeente heeft doorgebracht. „Aan de ambtenaren of beambten, die minder dan de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 733