738
8 OCTOBER 1925.
die luxe had ook gemist kunnen worden. Zouden we dan
nu, Mijnheer de Voorzitter, het weer aan de Politie moeten
ontnemen? Ik begrijp niet, Mijnheer de Voorzitter, hoe
Burgemeester en Wethouders er toe komen om tusschentijds
met dit voorstel te komen en waarom zij niet rustig hebben
afgewacht tot een eventueele salarisherziening aan de orde
kwam. Het zal mij dan ook niet mogelijk zijn, Mijnheer de
Voorzitter, mijn stem aan Uw voorstel te geven, en ik ver
zoek den Raad dringend wijn voorstel aan te nemen.
De heer HAALMAN zegt, dat het nu ongeveer 25 jaren
geleden zal zijn, dat eenige scholieren zich geroepen ge
voelden om een mede-scholier een afstraffing toe te dienen.
Een van die scholieren was Spr. en degene, die de tuchti
ging onderging was niemand minder dan de heer Speyart
van W o e r d e n. Spr. memoreert dit voorval niet omdat
hij aan den heer Speyart Van W o e r d e n thans een
zelfde strafoefening zou willen voltrekken, maar wel heeft
deze een terechtwijzing verdiend, daar hij in deze een weg
gevolgd heeft, welke niet de juiste is. De heer Speyart,
die amendementen op het voorstel van Burgemeester en
Wethouders had, heeft daarover met den Burgemeester ge
confereerd, terwijl hij ze bij den Raad had moeten indienen.
De VOORZITTER: Ze komen nu toch bij den Raad
en wel in goed voorbereiden vorm.
De heer HAALMAN Ja, maar niet langs den juisten weg.
De VOORZITTER is een andere opinie toegedaan. Spr.
vindt, dat de weg, door den heer Speyart van Woer
den bewandeld, navolging verdient; hij leidt tot bekorting
der debatten. Spr. hoopt, dat de heer Haaiman bij voor
komende gelegenheden ook dien weg zal volgen.
De heer HAALMAN zal het zich voor gezegd houden;