740 8 OCTOBER 1925. zijn, dat hij aanvankelijk niet sympathiek tegenover dit kleeding-voorstel stond. Spr. staat thans op het zelfde stand punt als de heer K r o o n e. Hij heeft zich daarbij echter r door andere overwegingen laten leiden en is nog dezen r avond van zienswijze veranderd. Een paar jaren geleden is c n. 1. bij de behandeling van de begrooting geweldig aange- drongen op bezuiniging bij de Politie, o. a. door de heeren c Zijlmans en Kooperberg. Spr. heeft echter vanavond 1 bij de behandeling van het vorige punt der agenda den in- c druk gekregen, dat die heeren op hun bezuinigingsidée zijn 1 teruggekomen. Spr., die eerst meende met een verhooging 1 van het voorgestelde bedrag met f 20,— aan den bezuini- c gingsdrang tegemoet te moeten komen, zal daarom nu voor het voorstel-K r o o n e stemmen. De VOORZITTER vraagt, welke bedoeling er aan dat voorstel ten grondslag ligt. De heer KROONEHet heeft ten doel, den ouden toe stand te handhaven. De VOORZITTER: Dan heeft een voorstel geen zin, maar moet men tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders stemmen; een dergelijk voorstel als dat van den heer Kroone kan nooit een amendement daarop zijn. De heer HORNIX is altijd een voorstander van het aan brengen van bezuinigingen bij de Politie geweest, maar deze kleine bezuiniging zal geheel moeten komen uit den zak der politie-agenten. In andere plaatsen is men reeds van deze regeling teruggekomen. Dit is z. i. alleen al reden genoeg om tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders te zijn. De heer VAN HATTEM kan niet accoord gaan met de voorgestelde wijziging van art. 4. Spr. vraagt, of de toestand

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 740