8 OCTOBER 1925.
743
wordt bereikt dan hier met f 170,De heer Schrau wen
heeft gesproken over de kwaliteit van de stof.
Er bestaat in Tilburg een commissie van deskundigen uit
den Raad, welke de stalen te beoordeelen heeft. De be-
noodigde stof wordt aan den kleermaker verstrekt. Die zaak
is daar werkelijk goed geregeld. Daarenboven weet men het
nog zoover te brengen, dat aan 40 agenten jaarlijks een
overschot kan worden uitgekeerd. Door dit systeem wordt
de zuinigheid op het dragen in de hand gewerkt, omdat een
beroep wordt gedaan op het eigenbelang der agenten. Spr.
vindt, dat, wanneer men met dat stelsel een bezuiniging van
eenige duizenden guldens per jaar bereiken kan, invoering
daarvan alleszins aanbeveling verdient.
Voorts zijn er nog eenigen, die Burgemeester en Wet
houders niet willen volgen, waar zij voorstellen de toelage
voor het politie-diploma af te schaffen. In den loop der
tijden is het aantal dergenen, die in het bezit zijn van dat
diploma, zóó groot geworden, dat het niet meer dan billijk
is, het bezit ervan als benoemingseisch te stellen. En waarom
ook niet? Voor aanstelling tot onderwijzer wordt toch ook
het bezit van een akte vereischt. Eischte men zulks voor
politie-agent niet, dan zou men een aanvangssalaris voor
leerling-politieagenten moeten gaan vaststellen. Bij aanvaar
ding van het voorstel van Burgemeester en Wethouders zal
inderdaad een tweeslachtige salarisregeling ontstaan, doch
dit is alleen te verdedigen, omdat het hier het treffen van
een overgangsmaatregel geldt. Dit is de geheele portée van
de zaak; vandaar dit voorstel.
De VOORZITTER constateert, dat de sympathie voor
het voorstel, wat de kleeding betreft, niet groot is. Spr.
vindt zulks teleurstellend. Na de vele malen, dat hier op
bezuiniging bij de politie is aangedrongen, had Spr. ver
wacht, dat het warmer onthaal bij den Raad zou vinden.
De tegenstanders hebben argumentjes gezocht, omdat het
inderdaad moeilijk is steekhoudende argumenten daartegen