8 OCTOBER 1925. 751 „Voorts wordt in het ontwerp geen bepaling aangetroffen, „waarbij tegen den overtreder straf bedreigd wordt. „De bezwaren dezer commissie tegen het stellen van een „melkventverbod op Zondag en de sluiting op Zondag na „12 uur 's middags van inrichtingen, waar melk verkocht „wordt, komen in hoofdzaak hierop neer, dat door zoodanige „verbodsbepalingen het oogmerk niet voldoende zal worden „bereikt, wijl in verband met de eigenaardige ligging der „gemeente, de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat een groot „deel van het publiek zich in de aangrenzende gemeenten, „waar dat verbod niet bestaat, van melk zal voorzien. Ook „zal door het stellen van een melkventverbod slechts eene „kleine categorie worden getroffen, wijl dit verbod niet van „toepassing is op de aflevering van melkproducten (boter, „kaas, gecondenseerde melk enz.). „Indien de meerderheid van den Raad toch op het denk beeld van den heer E 1 i c h zou willen ingaan, dan zou, „naar de meening van bovengemelde commissie, het verbod „beperkt moeten blijven tot het aan huis bezorgen en venten „van melk op den openbaren weg, met bevoegdheid tot het „verleenen van ontheffing voor het bezorgen van melk aan „ziekenhuizen, hotels, restaurants enz., en niet moeten gelden „voor de zomermaanden. „Eene zoodanige regeling, die, zooals bleek, toch geenszins „de instemming der Commissie heeft, is in een drietal arti- „kelen samengevat en in het rapport der Commissie opge- nomen. „De bezwaren van de Gezondheidscommissie zijn uitsluitend „van hygiënischen aard. „Deze commissie wijst er in haar advies op, dat het een „hygiënische eisch is, dat de melk zoo versch mogelijk wordt „afgeleverd, en dat het gebruik van melk, welke niet doel- „matig is bewaard, zelfs al was zij gekookt of gepasteuriseerd, „groot gevaar voor de gezondheid kan opleveren voor „zuigelingen en zieken. Uit dien hoofde meent de Commissie,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 751