762 8 OCTOBER 1925. voor den Belcrumpolder te doen opmaken en aan het oor deel van den Raad te onderwerpen, met een geheime nota van Burgemeester en Wethouders. De VOORZITTER vraagt, of het voorstel van den heer Z ij 1 m a n s voldoende ondersteund wordt. Dit niet het geval zijnde, kan het geen onderwerp van beraadslaging uitmaken. De VOORZITTER verzoekt, namens Burgemeester en Wethouders, den Raad machtiging om de bij dit voorstel overgelegde geheime nota van Burgemeester en Wethouders te publiceeren. Het College acht dit wenschelijk ten einde naar buiten te doen uitkomen, dat de zaak door Burgemees ter en Wethouders voldoende onderzocht is en de Raad na ernstige overweging zijn gedragslijn heeft bepaald. De heer ZIJLMANS heeft niet het minste bezwaar tegen publicatie van deze nota. Spr. dringt er op aan om ook de besprekingen van den Raad over deze aangelegenheid, in besloten vergadering, bekend te maken. De VOORZITTER zegt, dat men niet vergen kan, dat de geheime besprekingen van den Raad over verkoop van grond publiek worden gemaakt. Zonder eenige bedenking wordt daarop besloten, Burgemeester en Wethouders de gevraagde mach tiging te verkenen. Bedoelde nota luidt als volgt „Door het lid van Uw Raad, den heer Z ij 1 m a n s, „wordt voorgesteld, Burgemeester en Wethouders uit te „noodigen en zoo noodig op te dragen om spoedig een „ontwerp-exploitatie-begrooting van den Belcrumpolder in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 762