772
30 OCTOBER 1925.
leiding kunnen vinden te bevorderen op dit verzoek in te
gaan. In het adres beroept men zich er. op, dat in verband
met de reorganisatie der Gasfabriek aan het personeel hoo-
gere eischen van bekwaamheid en ijver zijn gesteld; Burge
meester en Wethouders zijn van meening, dat aan het per
soneel steeds de hoogste eischen op dat gebied moeten
worden gesteld. Ook de vergelijking met de aan de Directie
toegekende gratificatie gaat niet op. Het werkliedenpersoneel
wordt steeds betaald naar werktijd, zoodat hun de meest
regelmatige gratificatie wordt gegeven.
De heer VAN HATTEM had er niet op gerekend, dat
deze zaak ineens haar beslag zou krijgen. Spr. stelt voor,
de afdoening ervan aan te houden tot de volgende verga
dering, ten einde hem e. a. in de gelegenheid te stellen
nadere inlichtingen in te winnen omtrent de redenen, welke
hebben geleid tot het indienen van dit verzoek.
De VOORZITTER zegt, dat deze kwestie in dit college
al is beschouwd in verband met het toekennen van een
gratificatie aan de Directie. Het adres heeft eenigen tijd ter
visie gelegen. De arbeid, welke betrokkenen hebben ver
richt, is hun in uurloon uitbetaald, dus naar den besten
maatstaf. Het betreft hier dan ook een doodeenvoudige
zaak, zoodat voor aanhouding weinig reden bestaat.
De heer VAN HATTEM persisteert bij zijn voorstel.
De VOORZITTER vraagt, of het voorstel van den heer
Van Hattem voldoende wordt ondersteund.
Dit niet het geval zijnde, kan het geen onderwerp
van behandeling uitmaken.
Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu besloten,
afwijzend op bovenvermeld adres te beschikken.