30 OCTOBER 1925. 773 6. Adres van koetsiers bij het opgeheven tijdelijk Tram bedrijf, daarbij verzoekende hun een tijdelijk wachtgeld toe te kennen. De VOORZITTER zegt, dat het hier een verzoek betreft van lieden, met wie de gemeente geenerlei band heeft, op wier aanstelling zij niet den minsten invloed heeft uitge oefend en wier namen haar zelfs onbekend zijn. Burgemeester en Wethouders zijn dan ook van oordeel, dat op het ver zoek niet kan worden ingegaan, weshalve zij in overweging geven, afwijzend daarop te beschikken. Zonder eenige bedenking wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 7. Adres van het bestuur der Vereeniging tot oprichting en exploitatie van een „Reizend Drankweer Museum", ver zoekende aan die vereeniging over het jaar 1926 een sub sidie toe te kennen. De VOORZITTER brengt in herinnering, dat de Raad destijds heeft besloten jaarlijks een bedrag toe te staan voor drankbestrijding. Dat bedrag wordt gebruikt voor subsidiee- ring van vereenigingen hier ter stede, welke zich de bestrij ding van het drankmisbruik ten doel stellen. Burgemeester en Wethouders kunnen geen reden vinden om de fondsen der gemeente bijzonderlijk aan te spreken ten behoeve van een reizend drankweer-museumals het hier ter stede ge vestigd was, dan was het misschien nog iets anders. Wordt besloten, afwijzend op het verzoek te beschikken. 8. Adres van mevrouw T. G. M. S o o n t i n s-R e ij- n e n, daarbij met ingang van 1 Januari 1926 eervol ontslag verzoekende als onderwijzeres aan de openbare school aan de Boschstraat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 773