was en
noodza-
Monu-
t onder
ning op
Deg den
oodanig
ijk zou
1 bereid
n.
ij een en
op, een
stel van
r t ver-
loen ge-
25 door
end drie
nu den
r beoor-
r Van
n gevel,
r bijdra-
van de
t hij het
entenge-
agen tot
;en plan.
ammissie
uli 1925.
30 OCTOBER 1925. 783
„En de vergunning tot verbouwing van de winkelpui werd
„verleend 24 Juli 1925.
„Wij meenen hiermede voldoende aangetoond te hebben,
„dat er niet de minste reden bestaat tot het toekennen
„eener schadevergoeding en adviseeren U mitsdien, op de
„verzoeken afwijzend te beschikken."
De heer HAALMAN verzoekt, de behandeling van dit
punt aan te houden tot een volgende vergadering. De stuk
ken, welke zijn overlegd, acht Spr. niet voldoende om deze
kwestie te kunnen beoordeelen, hij dringt er derhalve op
aan, ook de voorafgaande correspondentie aan den Raad
ter inzage te verstrekken.
De VOORZITTER merkt op, dat het prae-advies over
deze zaak zeer uitvoerig is. Als de heer Haaiman zou
willen zeggen, welke inlichtingen hij daarover alsnog wenscht
te bekomen, kan wellicht met een mondelinge toelichting
worden volstaan.
De heer HAALMAN wenscht te weten, of bij het openen
der onderhandelingen uitdrukkelijk is gezegd, dat de kwestie
van het herstellen van den voorgevel vertraging in de ver
bouwing van het pand zou teweegbrengen. Spr. is van
meening, dat de met betrekking tot die verbouwing gevoerde
correspondentie over dit punt licht zal kunnen verspreiden.
De heer PELSTER deelt mede, dat de zaak zoo goed
als geheel mondeling is behandeld, derhalve is er niet veel
correspondentie over te leggen. Spr. zet het verloop der
zaak nader uiteen. Adressanten begrepen zeer goed, dat de
poging, om den voorgevel zoodanig te herstellen, dat deze
het oorspronkelijke uiterlijk zou terugkrijgen, de verbouwing
vertragen zou. Misschien is deze vertraginq grooter gewor
den dan zij hadden verwacht. De heer Van Heeswijk
heeft veel werk gemaakt van de hem gedane opdracht. Zijn