30 OCTOBER 1925.
785
al te langen tijd de grenswijziging tot stand zal komen.
Waarom zou men dus de betrokken eigenaren op kosten
jagen? Bovendien is het ook uit een hygiënisch oogpunt
zeer gewenscht, dat de rioolaansluiting tot stand komt.
Allemaal redenen om aan het verzoek van adressanten tege
moet te komen.
De VOORZITTER merkt op, dat de Raad zich steeds
op het standpunt heeft gesteld, dat dergelijke zaken beter
kunnen worden geregeld in een algemeene regeling. Wan
neer men voor dit geval een uitzondering gaat maken, zal
zulks tot ongewenschte consequenties voeren. Nog onlangs
is bij de bestudeering van het rioleeringsvraagstuk in het
Wilhelminapark gebleken, dat dergelijke kwesties moeilijk
bij afzonderlijke regeling, zeker niet met particulieren, kunnen
worden opgelost; zij betreffen immers het geheele riolee-
ringsstelsel. Het feit, dat de gemeente vroeger eigenares
is geweest van de perceelen grond, waarop bedoelde panden
zijn gebouwd, kan geen reden zijn om van de tot dusver
gevolgde gedragslijn af te wijken. Bij den verkoop dier per
ceelen is er nog uitdrukkelijk op gewezen, dat daaruit geen
faciliteiten zouden voortvloeien. Het beroep van adressanten
op het contract tot grondverkoop gaat dan ook niet op.
Men wist bij den bouw, waaraan men zich te houden had.
De heer HORNIX heeft nog geen antwoord gekregen
op de door hem gestelde vraag, of deze panden, indien het
eens gemeente-woningen waren geweest, dan ook niet zou
den zijn aangesloten geworden aan het gemeente-riool.
De VOORZITTER: Dat is een zaak, waarover eerst
het advies zou moeten worden ingewonnen van den dienst
van Openbare Werken!
De heer HORNIX; Als men consequent wilde blijven,
dan zou men ook de gemeente-woningen, welke in een