30 OCTOBER 1925. 791 De heer VAN WERKHOOVEN trekt de mededeelingen van den heer Moll geenszins in twijfel, maar hij vindt het voorstel van Burgemeester en Wethouders dan toch slecht geredigeerd, want daaruit blijkt volstrekt niet, dat de kapel tevens dienst doet als onderwijsinrichting. Gehoord evenwel, dat het hier ook onderwijsbelangen geldt, zal Spr. zich nu niet meer tegen het toekennen van een bijdrage in de ver plaatsingskosten verzetten, hoewel adressanten beter hadden gedaan met zich daarvoor tot den heer C o s ij n te wenden. De VOORZITTER: De heer C o s ij n heeft al die jaren zijn grond gratis afgestaan. De heer VAN WERKHOOVENEigenlijk hadden zij de verplaatsing zelf moeten bekostigen. De VOORZITTER wijst er op, dat in Den Haag voor een gelijk doel ten behoeve van woonwagenbewoners f 3000 subsidie is gevraagd en verkregen. In Amsterdam, dat voor hetzelfde doel duizenden guldens uitgeeft, zijn gemiddeld 100 woonwagens, terwijl hier gemiddeld 30 a 40 van die wagens staan, hetgeen in verhouding veel meer is. De verordening op het staangeld zal misschien zuivering brengen. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop con form het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 24. Voorstel van -Burgemeester en Wethouders, tot het aangaan van twee rekening-courant-overeenkomsten met de Bank voor Nederlandsche Gemeenten, luidende als volgt: „Onder verwijzing naar het hierbijgaande Staatsblad Nr. „125 en Ministerieel schrijven dd. 15 April 1925, geschieden „sedert 1 Juni j. 1. de in dat schrijven aangewezen betalingen „door middel van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten „te 's Gravenhage.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 791