796 30 OCTOBER 1925. De heer SPEYART VAN WOERDEN geeft in over weging, de rekening-courant in zake de financieele verhou ding tusschen Rijk en gemeente bij de Bank voor Neder- landsche Gemeenten te openen en de andere rekening-cou rant-overeenkomst bij een bankinstelling hier ter stede te sluiten. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethou ders zich kunnen voorstellen, dat er leden zijn, die liever een rekening-courant betreffende het kasgeld, bij de Amster- damsche Bank zouden willen openen, maar de rekening courant-overeenkomst in zake de financieele verhouding tot het Rijk is zeer noodig en het is nu de vraag, of men de zaak kan splitsen. Spr. zou daaromtrent gaarne een beslissing van den Raad hebben. Het komt hem voor, dat afsluiting bij één bank het meest practisch is. De heer SPEYART VAN WOERDEN vraagt, wie de zaken van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten hier ter stede waarneemt. De VOORZITTER: De Nationale Bankvereeniging. De heer VAN WERKHOOVEN kan zich niet voor stellen, dat de Bank voor Nederlandsche Gemeenten bezwaar zou hebben tegen een splitsing. De VOORZITTER: Niet de Bank, maar de Wethouder van Financiën heeft daartegen bezwaar. De heer VAN WERKHOOVEN: Er wordt dus geen rekening gehouden met de wenschen der commissie, welke indertijd was belast met het onderzoek van de gemeente rekening oyer 1923. De VOORZITTER: Wel zeker, maar het doet er toch

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 796