800 30 OCTOBER 1925. De VOORZITTER zegt, dat daarin slechts twee gezin nen wonen. Dit neemt echter niet weg, dat men het dak niet kan laten invallen. De heer VAN HATTEMNeen, maar men kan die menschen toch ook niet zoo maar op straat zetten. De VOORZITTER: Het is wel zeer de vraag, of zij moeite genoeg hebben gedaan om een andere woning te krijgen. Zonder verdere bedenkingen wordt Burgemeester en Wethouders alsnu de gevraagde machtiging ver leend. 27. Schrijven van de Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant, d.d. 21 October 1925, G. no. 188, houdende be denkingen tegen de ingezonden verordening betreffende het bezorgen van melk op Zondag. De VOORZITTER zegt, dat dit schrijven hem aanleiding geeft tot het maken van tweeërlei opmerkingen; n. 1. lo. Gedeputeerde Staten hebben te kennen willen geven, dat. zoo er iets van dien aard gebeuren moet, het melkventverbod beperkt dient te blijven tot de wintermaanden2o. de op merking van Gedeputeerde Staten, dat h. i. van het verbod behooren te worden uitgezonderd de inrichtingen, waar melk verkocht of verwerkt wordt, hebben Burgemeester en Wethouders niet begrepen. Het College heeft gemeend over dit schrijven geen prae-advies te moeten uitbrengen, aange zien deze aangelegenheid nog eerst zeer kort geleden door den Raad behandeld is. Het staat dus aan den Raad om naar aanleiding van het schrijven van Gedeputeerde Staten het melkventverbod al of niet tot de wintermaanden te beperken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 800