30 OCTOBER 1925.
801
De heer PELSTER brengt in herinnering, dat hij de
vorige maal reeds heeft voorgesteld, het melkventverbod
tot de wintermaanden te beperken. Spr. stelt thans voor,
de desbetreffende verordening te herzien in den zin als door
Gedeputeerde Staten bedoeld.
De heer VAN WERKHOOVEN vraagt, of Gedepu
teerde Staten hun veto over deze verordening kunnen uit
spreken.
De VOORZITTER: Neen, maar wanneer de door Ge
deputeerde Staten gewenschte wijziging niet wordt aange
bracht, zullen zij de verordening wellicht aan de Kroon ter
vernietiging voordragen.
De heer CERUTTI ondersteunt ten sterkste het voorstel-
P e 1 s t e r. Spr. heeft de vorige maal hier al het een en
ander over deze aangelegenheid gezegd. Hij heeft toen nog
een argument, dat tegen een melkventverbod op Zondag
pleit, over het hoofd gezien. Er bestaan n. 1. hier ter stede
twee vereenigingen, wier werkzaamheden ten doel hebben
de zuigelingensterfte te beperken. Deze beide vereenigingen
worden uit de gemeentekas gesubsidieerd. Door nu een
melkventverbod op Zondag vast te stellen, maakt de Raad
het werk van die vereenigingen vrijwel illusoir en neemt
hij met de eene hand weg, wat hij met de andere geeft.
De heer VAN HATTEM heeft uit den brief van Gede
puteerde Staten niet kunnen lezen, dat zij voornemens zou
den zijn de verordening in kwestie ter vernietiging voor te
dragen. Naar aanleiding van het door den heer C e r u 11 i
aangevoerde argument, zegt Spr., niet te kunnen inzien, dat
door een melkventverbod op Zondag de zuigelingensterfte
zou toenemen. Zulks wordt door de uitkomsten in andere
gemeenten, waar ook een dergelijk verbod van kracht is,
weerlegd; het sterftecijfer is daar nog lager dan hier,