30 OCTOBER 1925.
805
lege van Burgemeester en Wethouders van
Breda. Daarvoor zal van tevoren een desbe
treffende aanvrage met de noodige teekenin-
gen in duplo aan dat College ter goedkeuring
moeten worden ingediend. Er mag niet an
ders worden gebouwd of geplant dan geheel
conform de goedgekeurde aanvrage en tee-
keningen, waarvan een door den aanvrager
onderteekend exemplaar onder Burgemeester
en Wethouders van Breda moet blijven be
rusten.
Geen nieuwbouw of verbouwing mag op de
gekochte perceelen geschieden dan na schrif
telijke goedkeuring van Burgemeester en
Wethouders voornoemd.
Van alle op te richten gebouwen, alsmede
voor afsluitingen, rioleering, enz., zullen gel
den de bepalingen der Bouwverordening
voor de gemeente Breda, tenzij die strijdig
mochten zijn met de verordening van Tete-
ringen.
De koopers zijn verplicht hunne open erven
af te sluiten, overeenkomstig art. 97 der
Bouwverordening voor de gemeente Breda.
De gemeente Breda is, voorzoover die erven
grenzen aan haren grond, niet verplicht bij
te dragen in de kosten van die afsluiting.
De koopers doen derhalve afstand van hunne
bevoegdheid, omschreven in art. 690 van het
Burgerlijk Wetboek, zoolang de aan het ver
kochte perceel grenzende grond gemeente
eigendom is.
Voor iedere overtreding door de koopers
van een der voorgaande bepalingen zullen
zij na een eenmaal herhaalde waarschuwing,
zonder dat een ingebrekestelling noodig is,