820
1 DECEMBER 1925.
De VOORZITTER stelt voor, deze begrooting te stellen
in handen eener commissie van drie leden ter fine van on
derzoek en rapport.
Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den
Raad, dat de voorzitter die commissieleden zal aan
wijzen, worden door hem als zoodanig benoemd
de heeren Schlaghecke, van Hattem en
Kooperberg.
10. Aanvullingskohier van aanwezige beerputten in den
openbaren gemeentegrond, opgemaakt krachtens art. 2 sub
D van de verordening op de heffing van een recht voor
het gebruik van den openbaren gemeentegrond voor het
dienstjaar 1925.
Zonder bedenking wordt gemeld kohier vastge
steld op een bedrag van f 2.25.
11. Schrijven van de directie der N. V. Machinefabriek
„Breda", daarbij aan de gemeente ten geschenke aanbiedende
een ornament in het midden van de binnenplaats van het
Stadhuis, met voorstel van Burgemeester en Wethouders,
luidende als volgt:
Van de Directeuren der N. V. Machinefabriek „BREDA"
alhier mochten wij het hiervolgend schrijven ontvangen
„Directeuren der N. V. Machinefabriek „BREDA", voor
been Backer en Rueb te Breda hebben de eer te Uwer
„kennis te brengen, dat zij ter opluistering van de uitbreiding
„aan het Stadhuis gegeven, wenschen aan te bieden een
„ornament in het midden van de binnenplaats.
„In de hoop, dat Uw geacht College dit geschenk wel
„zal willen aanvaarden als een bescheiden versiering bij den
„monumentalen nieuwen aanbouw, teekenen
„Hoogachtend
„Directeuren der N. V. Machinefabriek „BREDA"
„(get) G. Rueb.
„(get) A. F. J. Beukers."