1 DECEMBER 1925. 825 „een vergadering van den Raad zou worden belegd. „In een brief van den Burgemeester d.d. 20 November aan „den heer Haaiman, in antwoord op dezes schrijven van „dien dag, is dit standpunt van Burgemeester en Wethouders „nader toegelicht. „Bovenbedoelde vragen betreffen voornamelijk het ontslag „van chauffeurs, het mogelijk verband daarvan met het lid maatschap van eene vakorganisatie, de bekwaamheid van „de nieuw aangestelde chauffeurs, de naleving van loon- en „diensttijdbepalingen en dienstregeling. „In de vergadering van het College van 13 November „werd, nadat de Directie van Monopol was gehoord, de „wenschelijkheid geuit, dat een poging zoude worden onder komen de directie en de vertegenwoordiging der vakor ganisatie samen te brengenop dusdanig verzoek verklaarde „de Burgemeester zich bereid in die richting werkzaam te „zijn. Deze poging had tot gevolg, dat dienzelfden dag een „conferentie plaats had van beiden in de Burgemeesterska mer. De Burgemeester trad bemiddelend op. Op het ten „slotte gedaan voorstel van den vertegenwoordiger der vak organisatie, dat aanvaarding van de door Burgemeester en „Wethouders vast te stellen interpretatie van de loonclau- „sule in de voorwaarden als voor de Directie gunstig object „zou worden uitgewisseld tegen terugneming door deze van „de ontslagen chauffeurs, meende de Directie niet te kunnen „ingaan, zich beroepende op hun optreden en de wijze „waarop de Directie was behandeld. Nadere directe en tele fonische besprekingen op 14 November brachten ten deze „geen oplossing. „Het terugnemen van de chauffeurs moest zoo bleek „nader wel geheel uitgesloten worden geacht, toen op „Zondag 15 November in de bussen „relletjes" werden ver oorzaakt, waarbij de heer H. J. Moll, wethouder, de „leiding bleek te hebben. Dienstdoende chauffeurs werden „geirriteerd, passagiers gehinderd, naar de heer Moll in „de eerste plaats door zijn deelneming aan ritten kon getui-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 825