1 DECEMBER 1925.
827
„stuur vallen behalve voor zoover zekere geschiktheid der
„chauffeurs bij benoeming betreffende; aan de voorwaarden
„hieromtrent blijkt te zijn voldaan.
B. „Naleving loonsclausule der voorwaarden (art. 6),
„welke luidt: „De loonen van het personeel zullen ten minste
„moeten bedragen chauffeurs f 25.per week
„Deze loonen kunnen bij verandering van omstandigheden
„door Burgemeester en Wethouders voornoemd worden
„gewijzigd".
„Voor dit oogenblik uitgaande van het nader te bespreken
„standpunt, dat de Directie den chauffeur behoort te verze
keren een minimum van f 25.—, moet men onderzoeken
„of dit bedrag genoten is. Werd, toen de Directie f 15.
„gaf per week in de veronderstelling, dat door verval de
„inkomsten tot f 25.en hooger worden opgevoerd, inder-
„daad zoodanig bedrag bereikt?
„De bondsbestuurder, de heer Z w a g a, legt lijstjes over
„van 8 ontslagen chauffeurs, van wie 7 verval genoten,
„gezamenlijk tot een bedrag van f 45.30 of gemiddeld f 6.47
„per chaufleur in één week 1-7 November. Het valt op,
„dat de heer Z w a g a schrijft twee ontslagen personen niet
„te hebben kunnen bereiken, hoewel zij hun woonplaats te
„Breda en te Ginneken blijken te hebben. Deze hebben
„verklaard, een aanzienlijk hooger bedrag aan verval in
„dezelfde week en dezelfde omstandigheden te hebben ge-
poten.
„Ook op anderen grond kan de meening steunen, dat
„bedoelde 7 chauffeurs, hun geheugen ten aanzien der cijfers
„raadplegend, niet onbelangrijk van de ontvangen inkomsten
„afweken. Hieromtrent het volgende.
„Van 1-7 November werd door de Monopol geïnd aan
„kaartjes f 1576.60. Van 11-17 November werd geïnd aan
„kaartjes f 1338.70.
„In de week van 11-17 November kwam naar geteekende
„verklaringen van de chauffeurs aan verval binnen f 141.68,
„hetgeen bij vrijwel continued 8 chauffeurs neerkwam op
