828
1 DECEMBER 1925.
„f 17.71 gemiddeld per chauffeur, meer dan 10 0/„ van het
„bedrag van verkochte kaartjes. Past men 10°/„ toe op het
„genoemde bedrag van verkochte kaartjes 1-7 November
„f 1576.60, dan werd aan verval genoten f 157.— door 9
„chauffeurs of bijna f 17.50 gemiddeld per chauffeur. Dit
„bedrag wijkt sterk af van het gemiddelde f 6.47, dat uit
„de gegevens van den heer Z w a g a volgt en komt over-
„een met dat, aangeduid in het schrijven der ontslagen
„chauffeurs.
„Dat ons College of den Burgemeester dan ook nimmer
„een klacht bereikte, behoeft geen verwondering te wekken.
„Inderdaad blijkt de positie van deze chauffeurs goed te
„zijn, vooral nu blijkens het schrijven van Monopol de Di
rectie ter vermijding van quaesties per sé f 18.betaalt,
„ongeacht het verval, dat blijkbaar de weekinkomsten tot
„ver boven f 30..opvoert.
„Wat nu de vraag van de interpretatie van art. 6 betreft
of n. 1. het minimum van f 25.doelt op belooning
„van den arbeid in wijden zin', zoodat met verval is te re-
„kenen die vraag schijnt in het vorenstaande reeds een
„antwoord te vinden, wijl bij aanvaarding van het stand
punt dat, ongeacht welk verval, f 25.— moet worden ver-
„strekt door Monopol, er ten aanzien van de inkomsten
„der andere werknemers in art. 6 genoemd (controleur,
„monteur) een onredelijke en niet bedoelde verhouding zou d
„ontstaan. sf
„Dat de interpretatie van Burgemeester en Wethouders v
„waarbij gelet wordt op den waarborg, dat met ten minste tr
„f 25.de arbeid wordt beloond, ten slotte ook bij den sc
„vakbond geen bedenking ontmoet, blijkt uit de mededeeling te
„van den bondsbestuurder, dat die interpretatie ook door IN
„hem werd goedgekeurd, indien de ontslagen chauffeurs d
„wederom werden in dienst genomen. Onzerzijds kan uiter-
„aard niet worden aanvaard, dat die interpretatie wel voor te
„de eene, niet voor de andere categorie zoude deugen. g(
„Ten slotte: aftrek wegens staangeld. Een vergemakkelij
kt
