840 1 DECEMBER 1925. wel gebeurd, dan heeft het College op de meest infame manier comedie gespeeld, De VOORZITTER onderbrekende, wil aannemen, dat de heer Haaiman in veronderstellingen spreekt. We praten vanavond heelemaal in veronderstellingen. De heer HAALMAN voortgaandeHet College speelt nooit comedieSpreker eischt een duidelijk antwoord op zijn desbetreffende vraag, of aan den heer Broos bij het sluiten van 't contract was medegedeeld, dat de fooien in het loon mochten worden begrepen. Nu veronderstelt spreker, dat de heer P e 1 s t e r zich straks zal beroepen op pater Heinrich Pesch, maar dan kan spreker evengoed een beroep doen op autoriteiten op sociologisch gebied, zooals Professor Van Aken en Professor Aengenent. Wellicht komt straks de heer Korteweg nog met iets anders aandragen en een beroep doen op den Bijbel. Ook in moreel opzicht is de interpretatie, die Burgemeester en Wethouders aan het begrip loon geven, ten zeerste te laken en bovendien in het nadeel der gemeente. Als het juist is, dat, zooals in de stukken wordt aangehaald, een chauffeur in één week f 24.34 aan fooien heeft ontvangen, dan zou, volgens de nu gevolgde interpretatie, de heer Broos kunnen volstaan met uitbetaling van slechts 66 cent loon. Zoo iets zou tot de meest immoreele gevolgen kunnen leiden. Een fooi is datgene, wat iemand krijgt boven zijn loon. En al zou de vakorganisatie met de interpretatie van Burgemeester en Wethouders genoegen nemen, dan heeft spreker daar momenteel niets mede te maken. Ware de interpretatie vóór de inschrijving bekend geweest, dan zouden de inschrijvers daarmede rekening hebben kunnen houden en zou de uitkeering aan de gemeente vermoedelijk heel wat hooger zijn geweest. Spreker is derhalve van oordeel, dat de schuld van het conflict uitsluitend ligt bij Burge meester en Wethouders. De raad mag dit niet werkloos

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 840