2 844 1 DECEMBER 1925. De VOORZITTER Het is ons personeel niet. var De heer VAN HATTEM Het is personeel, dat publieke het belangen dient. Doch blijkbaar voelt de Voorzitter meer doe voor den heer Broos dan voor de organisaties en de naa georganiseerden. hij De VOORZITTER Wil U dat bewijzen I ged De heer VAN HATTEM Door U is het aanplakken van platen van den Centralen Transportarbeidersbond ge- E weigerd. defi hoe De VOORZITTER Lees U de daarover met mij ge- aan voerde correspondentie maar eens voor. De heer VAN HATTEM zegt, dat hij deze correspon dentie op dit oogenblik niet bij zich heeft. Hij kent echter wel den inhoud daarvan. Spreker heeft zich tot den voor- I zitter gewend, om hem te willen inlichten, waarom het den aanplakken verboden was, waarop hij als antwoord ontving, de dat hij zich tot Burgemeester en Wethouders moest wenden. alle Door het College is toen later de toestemming verleend. gen De VOORZITTER betoogt, dat het hier ging om het de aanplakken op stadsborden, waarin het College van Bur- van gemeester en Wethouders moest worden gekend. Spreker van heeft niet gezegd, dat de plaat niet mocht worden aange- mac plakt, maar er was toen geen plaats. Later is de permissie gan door Burgemeester en Wethouders gegeven. Dit was dus ft correct. We voo De heer VAN HATTEM wijst erop, dat de plaat er dat nog niet zou zijn, als hij niet opgetreden was. Spreker R- heeft dit in het midden willen brengen, om de stemming Ik van den Voorzitter in deze zaak in het licht te stellen, bek

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 844