848
1 DECEMBER 1925.
II. In beleefd antwoord op Uw verzoek U te willen
mededeelen op welke basis door mij de berekening voor de
gehouden busdienst-inschrijving is gemaakt, in het bijzonder
wat betreft de salarissen voor chauffeurs, heb ik de eer Ued.
mede te deelen, dat door mij overeenkomstig de daarvoor
uitgegeven voorwaarden volgens onderstaande specificatie
is gerekend:
le. Dat elke chauffeur een minimum salaris zou worden
uitbetaald van vijfentwintig gulden (f 25.—), bestaande uit
f 15.loon plus 10 °/0 provisie van de door de betrokken
chauffeur te maken ontvangsten van rittenkaarten (1 cent
van elk kaartje door desbetreffenden chauffeur verkocht).
Zouden door een chauffeur minder dan 1000 rittenkaarten
in een week worden verkocht, zou alsdan door mij het nog
aan de f 25.— minimum salaris ontbrekende worden bijbe
taald, zulks met het doel den ijver der chauffeurs te prikke
len en hun deelachtig te maken aan het belang der geheele
exploitatie, waardoor alsdan tevens het belang van het van
de bussen gebruik makend publiek zou verbonden zijn.
2e. Dat door eiken chauffeur ten hoogste 8 uur per dag
zou worden gewerkt, terwijl voor garagediensten 4 menschen
extra zouden worden geëmployeerd, zulks omdat het volgens
de Edelachtbare Heeren Burgemeester en Wethouder Kor-
t e w e g niet kon worden gepermitteerd dat overeenkomstig
mijn voorstel om 9 a 10 uur per dag te laten werken
(waarvan 8 uur rijtijd en 1 a 2 uur garagediensten) daar
zulks in strijd was met de gestelde voorwaarden.
3e. Dat bij mij nimmer de gedachte is opgekomen, even-
tueele fooien als gedeeltelijk salaris te beschouwen, om reden
dat door mij werd gemeend, als in strijd met de gestelde
voorwaarden, hetgeen volgens mijne bescheiden meening
alsdan zou zijn, een verkapte verhooging op de vastgestelde
tarieven (10 cent per rit).