84
5 FEBRUARI 1925.
voor het ontsaan van een hofje kan in deze geen sprake zijn.
De heer PELSTER deelt mede, dat het College bij zijn
prae-advies is uitgegaan van het standpunt, dat het niet
gewenscht is, dat achter reeds bestaande woningen andere
verrijzen. Er zou bij inwilliging van het verzoek nu wel
geen hofje ontstaan, maar er zou toch een woning komen
achter een bestaand pandmen moet in deze voorzichtig
zijn voor het scheppen van een precedent. Voorts bestrijdt
Spr. de meening, dat volgens de adviezen het verzoek wel
ingewilligd kan worden, wanneer de woning wordt afgebroken.
De heer ELICH meent toch in de adviezen gelezen te
hebben, dat toestemming zou verleend worden, indien de
woning zou worden afgebroken.
De heer PELSTER: In de adviezen wordt een uitweg
aangegeven, doch daarin wordt niet gezegd, dat zulks wen-
schelijk is.
De heer SCHRAUWEN is het in deze niet met den
Wethouder eens. Ieder uitzonderingsgeval moet volgens de
bepalingen der verordening door den Raad behandeld wor
den; er kan dus geen sprake zijn van het scheppen vaneen
precedent.
De heer ZIJLMANS zou de zaak gaarne nader onder
de oogen willen zien.
Alsnu wordt besloten de verdere behandeling van
dit punt aan te houden tot een volgende vergadering.
21. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
ter voorziening in vacatures van leden der commissie van
toezicht op het lager onderwijs, wegens periodieke aftreding