1 DECEMBER 1925.
863
werd door haar gelaakt. De directie wilde niet onverhoeds
worden aangevallen.
Spr. deelt nogmaals mede. dat zijn interpretatie was: een
gegarandeerd inkomen van f 25.minimum. Dat heeft Spr.
altijd als de gewoonste zaak der wereld beschouwd.
De vraag van den heer van Hattem sinds wanneer
de niet-uitvoering van de loonclausule bekend is geworden,
is niet zuiver gesteld, daar van niet-naleving geen sprake
is, getuige de interpretatie van Burgemeester en Wethouders.
Terloops heeft Spr., nadat het contract was gesloten, op
straat met den heer Broos over deze zaak gesproken en
als zijne meening te kennen gegeven, dat een gewaarborgd
minimum van f 25.met inbegrip van fooien, overeen
komstig het contract was.
Ten slotte neemt Spr. notitie van het gezegde van den
heer van Hattem, dat hij het optreden van den heer
Moll niet kan bewonderen.
De heer BOGMANS zou door den Raad de vraag be
antwoord willen zien of hij op het moment van de vast
stelling van het contract een chauffeursloon heeft aangenomen
van f 25.daaronder begrepen het verval, dan wel f25.—
verval niet inbegrepen, Hij zelf heeft nooit een andere ge
dachte gehad van f 25.loon, dus fooien daarbuiten
gelaten.
De heer HORNIX is eveneens steeds de meening van
den heer B o g m a n s toegedaan geweest. Had hij echter
geweten, dat de fooien tot een zoo hoog bedrag per week
opliepen als door den Voorzitter genoemd, dan had hij nooit
voor een dergelijk hoog loon gestemd. Had hij zelfs gewe
ten, dat geen conducteurs zouden worden aangesteld, dan
had hij een lager chauffeursloon voorgesteld.
De heer BOGMANS: De conducteurs was maar een
schijnbeweging.