866 1 DECEMBER 1925. De lieer APPELBOOM vervolgtIk kijk ook naar de belangen van den exploitant in plaats van alleen naar die van het personeel. Kunnen wij niet aannemen, dat de heer Broos te goeder trouw zijn berekeningen heeft opgezet naar f 15.loon, daarbij uitgaande van het idee, dat met het verval dan ook een inkomen van f 25.—wordt bereikt Wordt de heer Broos nu gedwongen f 25.— loon uit te betalen dan beteekent dit voor hem een aanzienlijk verlies. Het bedrijf zou vermoedelijk niet meer kunnen worden voortgezet en dus moeten verdwijnen. Eén van de leiders der organisatie stelde een transactie voor en nam genoegen met de interpretatie door Burge meester en Wethouders gegeven. De VOORZITTER Vrijdagmorgen werd door den heer Z w a g a de interpretatie aanvaard. De heer APPELBOOM Dan wist hij dus toch de inter pretatie van Burgemeester en Wethouders. De leider wilde de ontslagen chauffeurs teruggenomen zien om daardoor de eer van den bond te redden. De belangen van den bond stonden bij dezen kennelijk hooger dan de belangen van de chauffeurs. De houding van den heer Moll besprekend, meende Spr. dat deze had moeten nalaten om op te treden, zooals door hem, en met hem door anderen, is geschied, welk optreden noodzakelijkerwijze tot gevolg moest hebben, dat de dienstdoende chauffeurs geirriteerd werden, hetgeen niet anders dan gevaar kon opleveren voor de veiligheid. De heer Moll beweert niet de bedoeling gehad te hebben om de veiligheid van het verkeer in gevaar te brengen. Dat wil Spr. aannemen. Maar de heer Moll had de gevolgen van zijn optreden moeten voorzien. De belangen van het publiek en de veiligheid werden daardoor bedreigd. Dat was verkeerd en de heer Moll had er zich als Wet-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 866