1 DECEMBER 1925. 871 niet juist is. Maar daaruit blijkt dan reeds de door den heer Moll naar voren gebrachte vestjeszakpolitiek. En tot het maken van dieven wil Spr. niet medewerken. Voorts gaat Spr. accoord met het gezegde van den heer Kor te weg Aan de hand van de interpretatie zou het wel eens kunnen gebeuren, dat de chauffeurs geld moeten bijbetalen in plaats van loon te ontvangen. De hulpvaardigheid der chauffeurs brengt de fooien mee. Juist te meer een bewijs, dat deze aan de chauffeurs behoo- ren ten goede te komen en niet moeten verdwijnen in den zak van den ondernemer. Door het geven van fooien draagt men thans bij in de loonen en de exploitatie. De heer APPELBOOMDat doet U toch ook, als U een dubbeltje betaalt. De heer HAALMANJa, maar dan staat daartegenover een contraprestatie; men rijdt dan mee met de bus; dat is een verplichte uitgaaf voor een zitplaats, maar tot het geven van een fooi ben ik niet verplicht. Spr. heeft eveneens respect voor den ondernemingsgeest der firma, maar als de zaak misloopt, heeft de heer Broos dit te wijten aan zijn eigen „verkeerde" interpretatie. Moet echter een eventueele strop worden vermeden ten koste der chauffeurs? Spr. is met den Voorzitter van meening, dat de Raad of Burgemeester en Wethouders geen zeggenschap hebben in benoeming of ontslag van de chauffeurs. Toch gelooft Spr., dat met eenigen goeden wil wat te bereiken is. In ieder geval kunnen Burgemeester en Wet houders de noodige stappen doen. Daarom behooren Bur gemeester en Wethouders zijne motie niet naast zich neer te leggen, maar de directie der Monopol Automobiel Import Maatschappij er op te wijzen, dat de Raad wenscht, dat de ontslagenen onverwijld weder in dienst worden genomen. Spr. meent, dat er geen enkel bezwaar kan bestaan om aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 871