872 1 DECEMBER 1925. dezen wensch te voldoen. Van een bedrijf, dat zich het praedicaat „gemeentelijk" veroorlooft, valt te verwachten, dat het behoorlijke arbeidsvoorwaarden stelt. De VOORZITTER: Dat „gemeentelijk" is met eenige verf weg te werken. De heer HAALMAN vervolgt: Burgemeester en Wet houders hebben zich op het standpunt gesteld, dat geen krullejongens of spoeljongens op de bussen moeten zitten, doch menschen voor hun taak berekend. Maar dan mag een loon van f 25.toch niet overdreven worden geacht. In het midden is gebracht, dat de conduc teurs minder verdienen dan de chauffeurs en hier schijnbaar wel rekening met fooien is gehouden. Dat is voor Spr. te meer aanleiding te verklaren, dat een loon van f 25.voor een chauffeur niet hoog kan worden genoemd. Tusschen een conducteur en een chauffeur is nog een aanmerkelijk verschil. Met de opinie van den heer Z w a g a heeft Spr. niets te maken. De interpretatie behoort aan den Raad. Indien de directie niet aan het verlangen van den Raad tegemoet komt, wil Spr. het praedicaat „gemeentelijk" van de auto bussen afgevoerd zien. Spr. heeft nog meer aanteekeningen, maar wegens het late uur zal hij hierop niet ingaan. De VOORZITTER: Bewaar die voor een open brief. Ten slotte herinnert de heer HAALMAN nog aan een stukje in een der plaatselijke bladen, waarin stond, dat bij wethouder Moll een plaatje op de deur is bevestigd „Voor wethouder Korteweg 2 maal bellen". Deze hou ding van den heer Korteweg, die al bijdraait in de richting Moll, is er al weer een bewijs van.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 872