1 DECEMBER 1925. 873 De heer VAN HATTEM komt nog eens terug op de spoedeischende raadsvergadering. Het betoog van den Voor zitter heeft Spr. niet van de meening kunnen brengen, dat aan het verzoek om een spoedeischende vergadering onmid dellijk had behooren te worden gevolg gegeven. Volgens den Voorzitter had deze vergadering niet vruchtdragend kunnen zijn. Spr. is van een tegenovergesteld gevoelen. De Raad had Burgemeester en Wethouders van advies kunnen dienen. Voorts wenscht Spr. een betere controle op den diensttijd. Overigens zal Spr. zich niet meer verdiepen in de hoe grootheid der fooien, wijl dit voor hem van geen beteekenis is. De vraag is hoe luidt art. 6 van het contract En dan is dit volgens Spr. voor iemand die Nederlandsch verstaat en spreekt, niet anders dan f 25,loon, ongeacht de fooien. Hoe zou de rechtsverhouding worden, indien men dit andersom uitlegt. En voor Spr. is ook de rechtsfiguur van belang f 25.is volgens hem geen behoorlijk loon voor een chauffeur-conducteur. Beziet men de loonen in Maas tricht, Hilversum en Amsterdam, dan blijkt dit al voldoende. Voorts geeft Spr. nog eens zijn zienswijze over loon te kennen. Mochten Burgemeester en Wethouders niet in de richting werkzaam zijn om aan het verlangen van den Raad om f 25.— loon uit te betalen gevolg te doen geven, dan moet de Raad de middelen weten te vinden om Burge meester en Wethouders hiertoe te dwingen. De heer APPELBOOM Hoe wilt U dwingen De heer SCHRAUWEN Dan komen wij hier niet meer terug. De heer VAN HATTEM vervolgt De Voorzitter heeft gezegd dat Spr.'s partij het optreden van den heer Moll niet kan bewonderen. Spr. heeft dit straks niet gezegd. Zijne fractie kan in het algemeen het beleid van den heer Moll en van de organisatie goed-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 873