880 1 DECEMBER 1925. „den termijn van ontruiming dezer woningen alsnog met zes „maanden te verlengen, te rekenen van de dagteekening „van het raadsbesluit. „Het door ons ingewonnen advies van de Gezondheids- „commissie gaat hierbij." Zonder bedenking wordt gemeld voorstel goed gekeurd. 17. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot voor- loopige goedkeuring van een plan tot onteigening van wo ningen, gebouwen en erven langs de westzijde van de Keizerstraat, luidende als volgt: „Aan de westzijde van de Keizerstraat bevindt zich een „complex gebouwen en woningen, welke tengevolge van „gebrekkigen toevoer van licht en lucht en gemis van andere „voor bewoonbaarheid noodzakelijke vereischten inzoodanigen „toestand verkeeren, dat afdoende verbetering daarvan, in „verband met den onderlingen samenhang en de ligging „dier gebouwen, niet uitvoerbaar is. „De woningen zijn bij raadsbesluit van 5 Februari 1925 „onbewoonbaar verklaard, wijl de gebreken van dien aard „zijn, dat de woningen niet meer door het aanbrengen van „verbeteringen in bewoonbaren staat zijn te brengen. „Tegen dit raadsbesluit is binnen den bij de wet gestelden „termijn geen voorziening aangevraagd, zoodat de woningen „behooren te worden ontruimd. „Het eenige gebouw, dat zich op het terrein bevindt en „nog in behoorlijken toestand verkeert, is een pakhuis, welk „gebouw echter aan beide zijden is ombouwd en waarachter „gelegen is een slop met 8 onbewoonbaar verklaarde wo ningen, die slechts door een smalle gang van ongeveer 1 „Meter breedte te bereiken zijn. „Ten einde tot een afdoende verbetering van de volks huisvesting te kunnen geraken op het terrein, waarop dit „gebouwencomplex zich bevindt, is onteigening noodzakelijk,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 880