1 DECEMBER 1925. 881 „De Gezondheidscommissie, wier advies hierbij wordt „overgelegd, is eveneens van oordeel, dat verbetering langs „anderen weg bezwaarlijk uitvoerbaar is. „In verband met het bepaalde in art. 80 der Onteigenings- „wet hebben wij de eer U derhalve in overweging te geven, „het hierbijgevoegd plan van onteigening met kaarten en „grondteekeningen voorloopig goed te keuren, waarna dit „plan met de daarop betrekking hebbende stukken voor een „ieder op de Secretarie der gemeente gedurende dertig dagen „ter inzage zal worden nedergelegd." De heer SPEYART VAN WOERDEN vraagt, of het juist is, dat de voorgenomen bouw van woningen voor sociaal-achterlijken niet kan doorgaan. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat de bouwver ordening van Princenhage het bouwen van woningen van dergelijke afmetingen niet toelaat. In Princenhage is men echter voornemens de verordening in dien zin te wijzigen, dat het bouwen van de hierbedoelde woningen mogelijk wordt. Zonder bedenking wordt alsnu het voorgesteld plan voorloopig goedgekeurd. 18. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om het gemeentelijk pensioenfonds met ingang van 1 Januari a. s. op te heffen en hen te machtigen tot den verkoop der be zittingen en liquidatie van het fonds over te gaan. De heer KOOPERBERG vraagt, waar het geld blijft als de bezittingen worden verkocht. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat bij de begrooting voor het loopend dienstjaar daaraan reeds een bestemming is gegeven. De gelden strekken tot betaling van de door de gemeente verschuldigde pensioensbijdragen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 881