882 1 DECEMBER 1925. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het sluiten eener verzekering tegen ongevallen ten behoeve van het brandweerpersoneel. De VOORZITTER geeft in overweging, dit punt tot een volgende vergadering aan te houden. Daartoe wordt besloten. 20. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van het Bestuur der Stichting ter bevordering van R. K. Hooger, voorbereidend Hooger en Middelbaar On derwijs, verzoekende toekenning van een subsidie ten behoeve van het Lyceum over 1925, en waarin wordt voorgesteld het subsidie te bepalen op f 1350. De heer KOOPERBERG vraagt, of deze onderwijsin richting geen concurrente is van de gemeentelijke inrichtingen voor hooger en middelbaar onderwijs. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat de gemeente geen hoogere burgerschool bezit. Dat is een rijksinrichting. Voor het gymnasium kan er wel eenige concurrentie bestaan, maar het is eene eerlijke concurrentie. De heer ZIJLMANS vraagt, of er op het gemeentelijk gymnasium nog voldoende plaatsruimte is. De VOORZITTER antwoordt hierop bevestigend. Spr. verwijst intusschen naar de beweegredenen, welke tot de oprichting van het lyceum hebben geleid. Het is een principiëele kwestie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 882