1 DECEMBER 1925. 883 De heer VAN WERKHOOVEN zegt, dat bij de be handeling der begrooting voor het loopend dienstjaar is medegedeeld, dat het onderwijs aan deze inrichting niet parallel loopt met de hoogere burgerschool en het gymnasium. Op grond daarvan zal hij niet tegen de subsidie stemmen. De VOORZITTER zegt, dat deze opmerking juist is. Het onderwijs aan een lyceum is inderdaad eenigszins anders dan op de hoogere burgerschool of het gymnasium. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 21. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van het Bestuur van het Centraal Genootschap voor kinderherstellings- en vacantiekolonies, gevestigd te Amsterdam, verzoekende toekenning eener bijdrage in de kosten van aankoop en inrichting van een koloniehuis ter verpleging van zwakke kinderen. Zonder bedenking wordt besloten, overeenkomstig het prae-advies, op het adres afwijzend te beschikken. 22. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van P. A. S p r a n g e r s, om vergunning tot het aanbrengen van twee ramen in den achtergevel van het pand aan de Veemarktstraat no. 7, kadastraal bekend sectie A. no. 5356. De heer PELSTER zegt, dat uit het prae-advies niet blijkt, dat één lid van het Dagelijksch Bestuur zich niet met het prae-advies heeft kunnen vereenigen. Dat lid is Spr. Ook de architect voor den nieuwbouw van het Stadhuis was uit een oogpunt van rust en veiligheid tegen de inwilliging van het verzoek. Spr. zal geen stemming vragen, doch verzoekt alleen aanteekening, dat hij tegen het voorstel is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 883