1 DECEMBER 1925.
891
Ik zou er namelijk groot bezwaar tegen hebben om deze
op een hoofdambtenaar der gemeente te leggen, die uitslui
tend tot technisch werk geroepen is.
De heer PELSTER zegt, dat de verantwoordelijkheid
voor de onderhandelingen niet berust bij den Directeur van
Openbare Werken, maar bij Burgemeester en Wethouders.
De onderhandelingen worden gevoerd naar een plan, dat
door Burgemeester en Wethouders in overleg met den Di
recteur is vastgesteld.
De heer KORTEWEG wijst erop, dat het bouwblok
reeds vroeger is getaxeerd op f 4.a f 4.50 per M3.
De VOORZITTER betoogt, dat adressant reeds vroeger
heeft willen koopen, lang vóórdat bekend was, dat in de
nabijheid de groenteveiling zou komen. Herhaaldelijk heeft
hij op afdoening van zijn verzoek aangedrongen.
De heer ZIJLMANS wijst erop, dat door verkoop van
dezen grond een gevaarlijk precedent wordt geschapen. Als
de gemeente op deze wijze voortgaat, gaat zij den achter
grond kleineeren, welke daardoor zeer in waarde vermindert.
De VOORZITTER zegt, dat deze prijs berust op bijzon
dere motieven. Daarvan behoeft niet het gevolg te zijn, dat
de verderop gelegen terreinen tegen een even hoogen of
lageren prijs moeten worden verkocht.
De heer ZIJLMANS waarschuwt nogmaals voor het
deficit. Men is met den grondverkoop op een verkeerd spoor.
En wat den Directeur betreft, heeft Spr. vernomen, dat
deze wel eens uit eigen beweging geld gevraagd heeft. Dat
is niet zijn taak; hij heeft alleen technisch werk te verrich
ten. Spr. zegt dit om te voorkomen, dat, wanneer later
een zondebok moet gevonden worden voor het deficit, dit
niet den Directeur aangerekend kan worden.