22 DECEMBER 1925. 905 geven. Wat in het onderhavige geval is geschied, kan Spr. niet anders noemen dan saboteeren van den wil van den Raad. Als het College meent dit standpunt te moeten hand haven, zal Spr. zich daartegen verzetten met alle middelen, welke de wetgever hem ter beschikking stelt. De heer KROONE is ook niet bevredigd door het ant woord van Burgemeester en Wethouders. Sinds de laatste raadsvergadering is reeds geruime tijd verloopen, zoodat hij meent, dat het Burgemeester en Wethouders niet aan tijd heeft ontbroken om aan de besluiten van den Raad uitvoe ring te geven. Zij hebben echter niets gedaan, ondanks het feit, dat in zijn door den Raad aangenomen voorstel staat, dat deze eischl, dat de bepalingen van het contract met de Monopol Automobiel Import Maatschappij strikt worden nageleefd. Spr. betreurt zulks in de hoogste mate. De Voor zitter heeft zooeven gezegd, dat de vorige maal lang genoeg over het autobussen-conflict is gesprokenhet ware dan ook inderdaad gewenscht, dat daarover niet meer gesproken behoefde te worden. Maar, aan wie de schuld? Als Burge meester en Wethouders gevolg hadden gegeven aan den wensch van den Raad, dan was het niet meer noodig ge weest, de zaak nu aan de orde te stellen. Het gaat thans evenwel niet zoozeer over de autobus-kwestie als wel om het feit, dat het College geen uitvoering heeft gegeven aan het in de vorige vergadering genomen raadsbesluit. Wat is daarvan de reden Weliswaar is den raadsleden een nota toegezonden, geteekend door de heeren Van Sonsbeeck, Pelster en Korteweg, doch deze ware beter in de pen gebleven. De manier van optreden van het College in deze zaak is van dien aard, dat men het de vraag moet stellen Waarom is er niets gedaan De VOORZITTER zegt, dat het hier twee kwesties betreft; le. het terugnemen der ontslagen chauffeurs. Spr. heeft den vorigen keer reeds gezegd, dat dit niet kan worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 905