910
22 DECEMBER 1925.
de zaak zóó wordt geregeld, de chauffeurs een goede positie
zullen hebben.
De heer MOLL zegt, naar aanleiding van de opmerking
van den heer P e 1 s t e r, dat Burgemeester en Wethouders
de loonen eigenmachtig kunnen wijzigen, dat de opvatting
van het College daaromtrent altijd deze is geweest, dat men
van die bevoegdheid alleen dan gebruik zou maken, wanneer
de economische omstandigheden zich zouden wijzigen. Dit is
echter thans niet het geval. Wat nu de oplossing zelve be-
betreft, welke de heer P e 1 s t e r aangeefthet heeft Spr.
nooit kunnen bekoren bij de vaststelling van het loon reke
ning te houden met het geven van fooien. Men heeft er
vroeger toch ook nooit aan gedacht om de tramconducteurs
de fooien uit de zak te schudden. Hij kan er derhalve ook
nu geen vrede mede hebben. De sociale paragraaf van het
contract is hier wel degelijk overwogen, alvorens zij is vast
gesteld. Zulks blijkt wel uit het feit, dat de heer Hornix
daarop nog een amendement heeft ingediend, hetwelk door
Burgemeester en Wethouders is overgenomen. Deze sociale
paragraaf is ontworpen in navolging van die van het Tram
bedrijf.
De heer HAALMAN acht het voorstel van den heer
P e 1 s t e r absoluut onaannemelijk. Het bedrag, dat aan
fooien wordt ontvangen, staat geenszins vast. Op de nieuwe
lijn Station-Haagpoort-Van Coothplein zullen veel minder
fooien gegeven worden dan op de tot dusver geëxploiteerde
lijn. Een weekloon van f 18,is dan ook niet voldoende.
Het voorstel van den heer P e 1 s t e r zou alleen om die
reden al onaannemelijk zijn, doch daarbij komt nog, dat men
ook het oordeel van de andere partij, welke in deze zaak
betrokken is, zou moeten kennen, om het te kunnen beoor-
deelen. En daaromtrent kan de heer Pels ter op het
oogenblik geen mededeelingen doen.
De Voorzitter heeft zooeven gezegd, dat het College