22 DECEMBER 1925.
919
De heer HA ALM AN onderschrijft de woorden van den
heer Van Hattem.
De VOORZITTER: Wij moeten toch eerst ons in het
College beraden en misschien met den mede-contractant
overleg plegen.
De heer KROONE verwacht, dat stemming over deze
motie zuiverheid zal brengen in de verhouding van Burge
meester en Wethouders tot den Raad.
De heer HORNIX: Daarvoor is het moment niet goed
gekozen
De VOORZITTER: Het schijnt, dat de heeren Haai
man, Van Hattem en Kroone in elk geval bloed
willen zien. Nieitegenstaande Burgemeester en Wethouders
de zaak nader willen overwegen, wenschen zij gewoonweg
stemming over deze motie.
De heer APPELBOOM wijst er op, dat men op die
manier een onzuivere stemming verkrijgt. Spr. vraagt, of
het College inderdaad zoo veel heeft misdaan, dat het naar
huis gestuurd moet worden, zonder dat men heeft gezien,
wat Burgemeester en Wethouders voornemens zijn te doen
om deze kwestie op bevredigende wijze op te lossen. Als
het die richting uit gaat, betreurt Spr. het, deel uit te maken
van een dergelijken raad.
De VOORZITTER wil nog een bemiddelingspoging doen
en in overweging geven, de stemming over de motie aan
te houden totdat de behandeling van de begrooting is af-
geloopen.
De heer VAN HATTEM verzoekt den Voorzitter, de
vergadering eenige oogenblikken te schorsen ten einde de
leden gelegenheid te geven om zich hierover te beraden.