22 DECEMBER 1925.
925
wingen nogmaals op aan, dat Burgemeester en Wethouders
spoedig aan de zooeven genoemde motie gevolg geven.
Verder zou ik gaarne zien, dat Burgemeester en Wet
houders in zake het beheer en de exploitatie van gemeente
gronden den Raad voortaan inlichten. Over den Belcrum-
polder zal ik bij deze gelegenheid niet spreken, omdat ik
hierover mijne meening reeds duidelijk heb gezegd. Maar
ik wil de aandacht vestigen op de gronden langs den
Wilhelminasingel en die in het Wilhelminapark, waarvan
den Raad op gezette tijden exploitatie-rekeningen behooren
te worden overgelegd.
Zooals het nu gaat, is bijv. bijna met geene mogelijkheid
de eenvoudige vraag te beantwoorden: Wat kost momenteel
de grond langs den Wilhelminasingel, met inbegrip der
rente? En zoo loopen we de kans dien grond zóó lang
onverkocht te laten liggen tot hij veel te duur is geworden.
Instelling van een grondbedrijf kan in dit opzicht nuttig
zijn, maar noodig is het niet, want de Raad kan het zeggen
schap geheel aan zich houden, mits behoorlijk voorgelicht.
Dan wensch ik bij de algemeene beschouwingen ter sprake
te brengen een zaak van zoo bijzonder groot belang, ook
voor deze gemeente, dat is het gemeenschappelijk uitbrei
dingsplan en het spijt mij, dat na zoo geruimen tijd van
voorbereiding de Raad nog niets van dit plan in zijne
groote lijnen heeft vernomen.
Het is urgent en van zoo groot belang, omdat in de na
bijheid der stad geen voldoende bouwterrein meer disponibel
is door gebrek aan wegen, gevolg daarvan: abnormaal
hooge prijzen en belemmering van de bouwnijverheid, be
lemmering van eene goede volkshuisvesting en van de vestiging.
Ik heb er reeds vroeger op gewezen, dat bijv. aan den
Teteringschen Dijk grif f 8,a f 10,per M2. wordt
betaald, in Zandberg is de prijs van den grond in weinige
jaren van f 2,50 tot f 8,per M~. opgeloopen, de gemeente
zelf laat zich aan het Wilhelminapark f 15,— per M2. be
talen. Maar dit zijn in tweeërlei opzicht veel te hooge