930 22 DECEMBER 1925. tingen van verdere ontwikkeling, als daar zijninrichtingen voor vervolgonderwijs, openbare volksuniversiteiten en leeszalen, instituten en cursussen voor ontwikkeling, onder wijs in zang en muziek enz. enz., dat steun uit de gemeen tekas daaraan moet worden onthouden. Maar, Mijnheer de Voorzitter, mijn standpunt is: 't Is alleszins gerechtvaardigd uit de openbare kas te steunen elke beweging, die opkomt, en gelukkig in vele gemeenten reeds een flinken omvang aannam, om de rijpere jeugd te leeren, hoe ze haar vrijen tijd zal besteden om, volwassen geworden, mede te kunnen profiteeren van wat wetenschap en kunst en natuur in zoo ruime mate te genieten bieden. Ik zal straks, Mijnheer de Voorzitter, bij de desbetreffende punten, zoo ik hoop, met kracht en klem onze meening, neergelegd in het Centraal Rapport, tegenover het antwoord van het College trachten te verdedigen, doch ik kan deze algemeene beschouwing niet eindigen zonder op nog enkele punten de aandacht te laten vallen. In zake de gemeentelijke Muziekschool zegt de Memorie van Antwoord, dat het bestuur dier school zich nu gewend heeft tot de buitengemeenten om subsidie, doch, Mijnheer de Voorzitter, voor zoover mij bekend, is in een of zelfs twee dier gemeenten de begrooting al afgehandeld. Er is daar dus geen sprake meer van om een post voor dat doel op de begrooting uit te trekken, afgezien nog van de geringe kans van aanneming van zoo'n voorstel. Maar hebben Burgemeester en Wethouders dan geen ge legenheid gehad kennis te nemen van de zeer bijzondere motiveering van het voorstel, zooals die door mij in het Centraal Rapport is neergeschreven. Haast zou ik meenen, dat, door den overvloed van vragen, het College over deze motiveering te veel is heengegleden. Het zij mij vergund dit dan nog even onder Uwe aandacht te brengen. „Met instemming van alle leden eener afdeeling drong een „der leden op verhooging dezer subsidie aan. Voor 1925 „werd de subsidie met f 800.— verlaagd met de uitgesproken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 930